Vorig jaar stapten bijna 700 studenten naar de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen, om onder meer hun examenresultaten aan te vechten. Tien jaar geleden - toen de Raad werd opgericht - waren er dat een kleine 50.
Een spectaculaire stijging dus, maar toch buigen maar drie rechters zich een keer per week over de zaken. "En dan gaat het nog niet eens om voltijdse ambten. Dit is niet meer houdbaar", verzucht voorzitter Jim Deridder in de krant De Standaard. "Ofwel moeten er meer rechters komen, ofwel moet het statuut veranderen."
Een gevolg van de hele situatie is dat de behandelingstermijn van de dossiers erg opgelopen is. "We zien de noodkreet van de rechter die zegt dat de termijn onder druk komt. Ook ikzelf heb al een student bij mij gehad die getuigt van te lange wachttijden bij de examenrechter", zegt de Vlaamse ombudsman Bart Weekers. Zo duurde het in een - uitzonderlijk - geval zelfs vier maanden vooraleer er een uitspraak kwam. "De rechtsbescherming van de studenten moet worden verbeterd", zegt Weekers.
“Studenten niet en masse in beroep tegen examenresultaten”
Het is niet zo dat studenten massaal hun examenresultaten aanvechten bij de Raad. Dat zegt Pieterjan Osaer, advocaat in het onderwijsrecht. “Het cijfer van het aantal klachten kan een
vertekend beeld geven. Een groot deel van de klachten gaat namelijk niet over de eigenlijke examenresultaten, maar over het leerkrediet dat studenten terugvorderen wanneer ze door
overmacht niet hebben kunnen deelnemen aan bepaalde examens.”
Meester Osaer heeft voorlopig ook niet de indruk dat de rechtsbescherming van de studenten in het gedrang komt, doordat de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
de toestroom aan klachten niet meer zou aankunnen. "Voor examenbetwistingen gelden immers duidelijke, zeer korte en dwingende termijnen. Als de Raad een examenresultaat vernietigt, is
het bovendien zeer gebruikelijk dat de Raad de onderwijsinstelling beveelt om binnen een korte termijn een nieuwe beslissing te nemen.”
Osaer ziet ook een meer algemene evolutie. “Doordat de Raad stilaan "vaste rechtspraak" heeft ontwikkeld, zijn zowel de scholen als de studenten zich bewust van hoe de Raad een
examenresultaat gebruikelijk zal toetsen. Onderwijsinstellingen worden almaar zorgvuldiger in het nemen en motiveren van beslissingen. De tijd dat professoren met de natte vinger een
resultaat toekenden, is definitief voorbij. Ook de (verplichte) interne beroepsprocedures binnen de onderwijsinstellingen worden steeds zorgvuldiger afgehandeld. Ook dit komt de
rechtsbescherming van de student in de eerste plaats ten goede."
bron: deredactie.be
Reactie schrijven